Het denken in termen van verwantschap is
weer helemaal terug. Verwantschap was tot
voor kort iets voor de volkeren die antropologen
in den vreemde onderzochten - de wilden
en de tribalen - terwijl individualiteit en autonomie
toebehoorden aan het moderne. Wie
voor een dubbeltje geboren was kon hier we1
degelijk een kwartje worden. Na een korte
interruptie, zeg tussen de jaren zestig en
negentig van de vorige eeuw, toen het individu
en zijn of haar emancipatie en autonomie
hoog op de politiek-sociale agenda stonden,
gaat het vandaag de dag in toenemende mate
om de afkomst, de cultuur, de familie en de
traditie.